Tot en met 2024 organiseerde de afdeling Noord-Holland Noord regelmatig lezingen. Deze vonden plaats op donderdagavond. Het blijkt dat leden de voorkeur geven aan middagbijeenkomsten. We hebben er dan ook voor gekozen om de leden de kans te geven elkaar te ontmoeten in het stamboomcafé, dat plaatsvindt op enkele vrijdagmiddagen bij het Westfries Archief. Van tijd tot tijd zal er een spreker worden uitgenodigd. De data waarop u het stamboomcafé kunt bezoeken staan in de rubriek Agenda.
Toch wordt tijdens het stamboomcafé nog wel eens een lezing gehouden, zoals de samenvatting hieronder aangeeft:
Boedelinventarissen
Vrijdag 26 september 2025 was uitgekozen voor een experiment: krijgen we tijdens een stamboomcafé de zaal ook vol met een lezing in plaats van onderlinge gesprekken over genealogische onderwerpen? Ja dus, ongeveer 25 aanwezigen hebben met veel interesse geluisterd en gekeken naar de voordrachten van Laurens Schuijtemaker en Klaas Roos over boedelinventarissen.
Laurens legde eerst het verschil uit tussen boedelinventarissen, boedelbeschrijvingen en boedelscheidingen. Boedelinventarissen leveren de meest uitgebreide en gedetailleerde notariële akten op, want precieze omschrijvingen en opsommingen zijn nodig om ontvreemden (onttrekken aan de boedel) te voorkomen, zeker als het erom gaat de belangen van achterblijvende minderjarige kinderen te bewaken als er verkocht of verdeeld gaat worden. Bij boedelbeschrijvingen of boedelscheidingen ligt het accent meer op landbezit en kostbaarheden. Uiteraard delen kinderen daar ook in mee, maar de notaris volstaat in deze situaties meestal voor huisraad of gereedschappen met algemene omschrijvingen zoals keukenspullen, landbouwgereedschap of meubilair.
Uit de tijd voor de komst van notarissen zijn niet veel van dergelijke documenten bewaard gebleven. Men ging vaak naar een van de schepenen in het dorp om een en ander vast te leggen, maar dergelijke papieren (‘kladjes’ in de woorden van de spreker) hebben zelden de eeuwen overleefd. Pas met het verschijnen van de notarissen als officiële functionarissen werden alle afspraken gedetailleerd vastgelegd en bewaard. Deze akten werden in de loop der tijd ook steeds uitgebreider. Daarbij werden verschillende manieren van beschrijven toegepast. De notaris kon bij zijn ronde door een huis alle bezittingen per vertrek noteren of een lijst maken per categorie van voorwerpen (bijvoorbeeld zoveel wandborden in een bepaald vertrek of zoveel wandborden in dit huis). Het komt ook voor dat hij alles door elkaar opsomde. En, zo vertelde Laurens, je moet ook altijd goed op de datum van de akte letten, want zomers, als het vee buiten liep, werden de stallen ook als woonruimte gebruikt en dat vind je dan terug in de notities van de notaris. Deze verschillen tussen een ‘zomerse’ en een ‘winterse’ beschrijving van een inboedel en het opsommen van wat er in een bepaald vertrek aanwezig was laat soms prachtig zien hoe er geleefd werd in een huis en hoe de dagelijkse gang van zaken verliep.
Na dit overzicht in vogelvlucht zoemde Klaas Roos in op dat laatste punt. Een historisch pand in Oosterleek, dat na de dood van de laatste bewoner sterk in verval was geraakt, is door de Stichting Hendrik de Keijzer voor een symbolisch bedrag opgekocht en vrijwel geheel in de originele staat teruggebracht met behulp van een bewaard gebleven boedelinventaris, die per vertrek was opgesteld, en een kadastrale kaart waarmee later aangebrachte wijzigingen konden worden vastgesteld. Een buitenkansje waarvan gretig gebruik is gemaakt en dat prachtige beelden opleverde van het nieuwe oude interieur. Klaas liet ons zien dat je met behulp van notariële akten en kadastrale tekeningen een virtueel beeld kunt schetsen van een woning en alles wat daarin aanwezig was en dat je in uitzonderlijke gevallen zelfs tot een echte reconstructie kunt komen, zelfs bij een gewone boerenwoning.