Link naar de routebeschrijving naar het Westfries Archief, Blauwe Berg 5c, 1625 NT Hoorn.
Leden die een suggestie hebben voor een onderwerp dat aandacht verdient in een bestuursvergadering kunnen dat via de mail doorgeven aan de afdelingssecretaris.
Spreker is hoogleraar Germaanse taalkunde, in het bijzonder de Duitse, Scandinavische en Friese talen, aan de Universiteit van Amsterdam.
De lezing is gratis voor leden. Niet-leden betalen €5,00, vrienden van het Westfries Archief betalen €2,50. Voorafgaand aan de lezing is de afdelingsbibiotheek geopend (18.30-19.30 uur).
Bij de Friese taal denken de meeste mensen aan de provincie Fryslân, in het noorden van Nederland. Weinig mensen weten dat het Fries vroeger in een veel groter deel van het huidige Nederland gesproken werd. Vrijwel alleen historisch-taalkundigen en dialectologen zijn zich daarvan bewust. Aan de hand van met name plaats- en waternamen valt te achterhalen dat heel Noord- en Zuid-Holland (ongeveer tot aan de Nieuwe Maas bij Rotterdam), in de vroege middeleeuwen Friestalig was. De naam van het ‘IJ’ bij Amsterdam is een voorbeeld van zo’n oorspronkelijk Friese waternaam. Niet voor niets heet de kop van Noord-Holland ‘Westfriesland’. Het traditionele dialect van de streek bevat nog verschillende Friese woorden, maar het is een dialect van het Nederlands en niet van het Fries. Tot op heden ontbrak een echte tekst in het Fries van Holland.
Nieuwe tak aan Friese taalfamilie
In een zangbundel, gedrukt in Amsterdam in 1643, staat een – nogal scabreus – liefdeslied in een taal die weliswaar Fries oogt, maar qua taal zeer sterk afwijkt van het Fries zoals dat in de 17de eeuw in de provincie Fryslân gesproken werd. De bundel geeft helaas geen schrijversnaam, maar er zijn sterke inhoudelijke en taalkundige aanwijzingen dat deze tekst geschreven is in het Fries van Noord-Holland. Daarmee wordt een nieuwe tak toegevoegd aan de Friese taalfamilie.

Anouk is Operationeel Manager bij het Westfries Archief, waar zij onder meer verantwoordelijk is voor digitalisering, informatie- en datamanagement.
De lezing is gratis voor leden. Niet-leden betalen €5,00, vrienden van het Westfries Archief betalen €2,50. Voorafgaand aan de lezing is de afdelingsbibiotheek geopend (18.30-19.30 uur).
Anouk laat zien hoe digitalisering en digitale toepassingen onze archieven steeds toegankelijker maken voor iedereen, onderzoek in een stroomversnelling brengen en leiden tot ontdekkingen en verbanden die anders wellicht voor altijd verborgen zouden blijven.
Iedereen werkt tegenwoordig online. Ook van archieven wordt verwacht dat alle gezochte informatie met één druk op de knop direct zichtbaar wordt, via het internet rechtstreeks naar de woon- of studeerkamer. Makkelijker gezegd dan gedaan om van al die kilometers papier, handgeschreven teksten en afbeeldingen een juiste weergave in liefst in historische en juiste context weer te geven. Data wetenschappen en kunstmatige intelligentie helpen ons dit doel te bereiken. Is menselijke handelen bij archiefonderzoek straks overbodig?
Martine Letterie studeerde in 1985 in Utrecht af met als hoofdvak ‘Middelnederlandse letterkunde’. Na haar studie heeft ze ruim 12 jaar als lerares Nederlands gewerkt en sinds 1997 richt ze zich volledig op schrijven. De lezing is gratis voor leden. Niet-leden betalen €5,00, vrienden van het Westfries Archief betalen €2,50. Voorafgaand aan de lezing is de afdelingsbibiotheek geopend (18.30-19.30 uur).
Martin vertelt over bijzondere vondsten in haar onderzoek naar 400 jaar familiegeschiedenis van de Letteries. Daarin trof ze niet alleen beeldhouwers en inbrekers aan, maar ook bijvoorbeeld veel voorouders in de koloniën van de maatschappij van weldadigheid. Het is een geschiedenis van armoede en strijdbaarheid. In 2015 verscheen haar boek ‘De genen van mijn vader’ over de geschiedenis van haar familie.
