door dhr. Jacques Moerman
Jacques Moerman vertelt over 5.500 jaar boerenerven in Midden-Delfland. Hij leidt de aanwezigen langs boerenerven, die bij opgravingen in het zicht zijn gekomen. Hij start in de Steentijd in de Harnaschpolder. Dit gebied in Den Hoorn lag toen aan zee. De eerste boeren woonden op een duintje en deden zowel aan akkerbouw en veeteelt als aan jacht en visserij. Een volgende periode betrof de IJzertijd, zo’n 700 tot 300 v. Chr. In het zuiden van Midden-Delfland hebben enige tientallen IJzertijdboerderijen gelegen. In de Romeinse tijd, de eerste eeuwen van de jaartelling, telden het Westland en Midden-Delfland veel boerderijen van Cananefaten, die voor de voedselvoorziening van de Romeinen zorgden. Ook werden er paarden gefokt. Midden-Delfland was eeuwen onbewoond, maar omstreeks het jaar 1000 kwamen er weer boeren in het gebied. Vanaf de Gouden Eeuw groeiden uit boerderijen ook buitenplaatsen, landgoederen van stedelingen die graag op het platteland kwamen recreëren. Voorbeelden van buitenplaatsen zijn Hodenpijl bij Schipluiden, de Leeuwenwoning in Maasland en Hofzicht bij De Lier.
Jacques Moerman is bestuurslid van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden.
